Free Image Hosting at www.ImageShack.us

- - - ID : Naar een identitaire stroming in Nederland ! - - -

zaterdag, januari 27, 2007

'Ik zou mezelf een menselijke conservatief willen noemen' in Knack.be, januari 2007.

Hij is nog erg jong, maar hij kent zijn klassiekers al behoorlijk goed. Historicus Rik Verwaest over het nationalisme van de 21e eeuw: 'Met symbolen als de IJzertoren en het vendelzwaaien werf je geen jongeren meer.'

Een grote fout die veel politici maken, is dat ze zich laten leiden door de media. Daardoor doen ze aan dagjespolitiek. Toch merk ik dat de ideologieën terugkomen. En dat is een goede zaak. Zelf word ik als student voortdurend uitgedaagd om na te denken over de grote politieke denkstromingen. Ik studeer nieuwste geschiedenis, van de Franse Revolutie tot aan de Tweede Wereldoorlog, en die periode is zeer interessant met betrekking tot het nationalisme.

Het nationalisme heeft een aantal ontsporingen gekend, zeker in de 20e eeuw. Maar als je teruggaat naar de 19e eeuw, zie je dat het oorspronkelijk een heel andere inkleuring kreeg: het was een bevrijdende en verbindende kracht, de motor achter de eerste democratisering. Duitsland en Italië hebben zich bijvoorbeeld verbonden dankzij het nationalisme. Vóór de opkomst van het nationalisme regeerden in het aartsconservatieve Europa de keizer en de koning en de kerk. Het nationalisme is dus ook gelinkt aan de opkomst van het individualisme, van de burgerij die zichzelf emancipeert en ook de rest van het volk wil bevrijden. De invoering van het algemeen stemrecht klopt in die zin perfect met de nationalistische visie.

De natie is synoniem met het volk. Dat wil zeggen: tot de natie reken ik iedereen die binnen onze grenzen woont en bereid is zich te manifesteren als Vlaming. Iemands geloof, huidskleur, afkomst of cultuur hebben daar voor mij als civiel nationalist niets mee te maken. Wie zich met de natie kan identificeren, behoort ertoe. Het nationalisme is een ideologie van de insluiting. En niet van de uitsluiting, zoals bij het Vlaams Belang.

Een auteur die mij enorm heeft geïnspireerd, is Benjamin Barber. Hij is socioloog, was adviseur van Bill Clinton toen die Amerikaans president was, en legt in zijn boek Jihad versus McWorld uit welke twee negatieve krachten de wereld vandaag beheersen. Enerzijds McWorld, waarbij we ernaar streven om de hele wereld hetzelfde uniforme systeem op te leggen. En anderzijds jihad, waarbij we als reactie op die McWorld de neiging hebben onszelf terug te trekken in het strengste religieuze of etnische tribalisme, in ons eigen grote gelijk. In de oplossingen die Barber voorstelt, kan ik mij perfect vinden. We moeten een aantal zaken naar het macroniveau trekken, bijvoorbeeld naar de Europese Unie en de Verenigde Naties. Maar tegelijk moeten we een aantal andere zaken naar een lager niveau terugbrengen, naar het niveau waar we ze het beste kunnen beheren, met een maximale democratische controle. Die laatste beweging noemt Barber glokalisatie.

Dat is de kern van ons verhaal: op een moment dat de wereld globaliseert, dat alles groot wordt, dat een aantal zaken ons lijkt te ontglippen, moeten we voor elk domein kiezen op welk niveau we dat het beste gaan organiseren. In een democratie moeten mensen zich kunnen identificeren met het beleid. Wat Europa betreft, is dat helaas nog niet het geval, maar die kant moet het zeker op.

Beleidsdomeinen zoals defensie en macro-economie, waar het schaalvoordeel meer van belang is, moeten integraal naar het Europese niveau. Een aantal andere domeinen die meer persoonsgebonden zijn, moeten integraal naar het Vlaamse niveau worden getrokken. Vlaanderen is één sociaalculturele ruimte, met een publieke opinie, een medialandschap, een aantal politieke partijen waarop iedereen kan stemmen... Dat is een perfect bestuurbaar geheel, een performante democratie - in tegenstelling tot België.

Die houding heeft niets te maken met tribalisme, of met jihad, of met egoïsme. Want dat is het verwijt dat wij altijd krijgen: dat wij ons willen terugtrekken op ons eilandje, in ons eigen grote gelijk. De wereld wordt eengemaakt en wij willen België splitsen: absurd, vinden sommigen. Maar dat is natuurlijk helemaal niet absurd. Integendeel. Het is net omdát de wereld wordt eengemaakt, dat we alle overbodige tussenniveaus ter discussie moeten durven te stellen. Dat gebeurt niet alleen in België, ook in het Verenigd Koninkrijk staat dat op het punt om te gebeuren. Dat Britse niveau heeft, net als het Belgische, ooit misschien zijn nut gehad, maar vandaag, in een wereld met de VN, de EU en de NAVO, niet meer.

Solidariteit is heel belangrijk, noodzakelijk zelfs. Een Vlaanderen van zes miljoen inwoners zal zich niet kunnen veroorloven om te zeggen: 'Vanaf nu gaat er geen euro meer buiten.' We leven in een Europese Unie met 27 lidstaten, die enorm van elkaar verschillen maar samen wel één sociaaleconomisch geheel vormen. In die context moet je solidair zijn, zeker met je buren. De solidariteit tussen Vlaanderen en Wallonië zal dus zeker blijven bestaan. Alleen zullen we die op Europees niveau moeten organiseren. Vlaanderen zal solidair zijn met Wallonië zoals met Bulgarije of Cyprus. Die solidariteit zal veel transparanter en meer resultaatgericht moeten en kunnen zijn dan vandaag.

Het nationalisme als project heeft een duidelijk eindpunt. Dat is een verschil met het liberalisme, het socialisme, de christendemocratie en het ecologisme. Je kunt het nationalisme ook op verschillende manieren ideologisch inkleuren: liberaal, socialistisch... Wat wij als partij veel meer moeten proberen te doen, is andere partijen overtuigen van ons verhaal en aantonen dat Vlaams-nationalisme niet botst met een liberaal of socialistisch wereldbeeld, maar er iets essentieels aan kan toevoegen.

Wat wij gemeen hebben met de christendemocraten, is onze visie op gemeenschapsvorming. De socialisten willen dat de staat uiteindelijk voor een herverdeling van kansen en middelen zorgt. De liberalen geloven dat een zo groot mogelijke vrijheid van het individu de beste garanties biedt op welvaart en welzijn. Mijn visie sluit meer aan bij het klassieke conservatisme: de samenleving is een netwerk van spontane verbanden tussen mensen. Een mens wordt pas mens als hij zich kan inschrijven in zo'n groter verband, als hij samen met anderen iets onderneemt. Daar ligt voor mij de klemtoon. Een conservatieve visie houdt in dat je vooral focust op het niveau tússen individu en staat. Dat je inziet dat het dorp of de buurt of de vereniging een rol kan spelen die de staat of het individu niet aankunnen.

Die gemeenschapsvorming is de beste remedie tegen de toenemende onzekerheid. Want in die onzekerheid schuilt het kernprobleem van onze tijd. Vlaanderen heeft de afgelopen decennia een enorme evolutie doorgemaakt. Het Vlaanderen van onder de kerktoren is multicultureel en verstedelijkt geworden, met alle vragen en problemen en onzekerheden van dien: vervreemding, vereenzaming, angst... Als politicus kun je dan kiezen: ga je die angst en onzekerheid exploiteren en voeden, zoals het VB doet, of ga je proberen om alle positieve initiatieven te stimuleren? Zonder de mensen iets wijs te maken, want je kunt de klok nu eenmaal geen vijftig jaar terugdraaien. De wereld van vandaag moet niet worden afgewezen of verketterd. Wel moeten we proberen om negatieve effecten zo voorzichtig mogelijk te corrigeren.

Ik wil een Vlaams-nationalist van de 21e eeuw zijn. Als historicus neem ik mijn hoed af voor al die generaties flaminganten die ons zijn voorgegaan. Maar met symbolen als de IJzertoren en het vendelzwaaien werf je geen jongeren meer. Die fout hebben te veel Vlaams-nationalisten te lang gemaakt. Wij moeten een nuchtere analyse brengen, en ophouden met die polemiek rond de collaboratie of de IJzerbedevaart - daar hadden wij als Vlaamse Beweging allang overheen moeten zijn. Het nationalisme van de 20e eeuw is ondertussen folklore geworden. Maar die omslag is nog niet in alle hoofden gemaakt. Ik heb niet de pretentie dat ik het als 21-jarige allemaal zo veel beter weet of zo veel beter kan, maar ik ben er wel van overtuigd dat de nuchtere en eigentijdse manier waarop de N-VA het Vlaams-nationalisme uitdraagt de enige juiste is. Zo zullen we minder het risico lopen om geridiculiseerd te worden als reactionaire vendel- zwaaiers, wat helaas soms nog gebeurt.

Ik zou mezelf een menselijke conservatief willen noemen. Een young urban conservative. Dat wil zeggen dat ik mijzelf distantieer van het soms onmenselijk strenge conservatisme van de vorige eeuw. Ik vind niet dat wij homoseksuelen nog langer kunnen behandelen als mensen die afwijken van de norm. Of neem softdrugs: als jongere kom ik op veel plaatsen waar die worden gebruikt. Keiharde standpunten werken niet meer op zo'n moment. Die fout hebben conservatieven te lang gemaakt: ze wilden allerlei ontwikkelingen tegengaan. Terwijl je beter kunt proberen om de evolutie mee te sturen, niet door alleen maar het negatieve te bestraffen, maar ook en misschien vooral door het positieve te stimuleren. Heel concreet: ik ben zelf nog altijd zeer actief bij de KSA, omdat ik ervan overtuigd ben dat het werk in een jeugdbeweging veel jongeren de kracht en stimulans geeft om hun energie op een positieve manier te gebruiken.

Als conservatief vind ik niet dat je een grote maatschappelijke utopie moet verdedigen. Ik geloof niet in die complete maakbaarheid. Dat hebben moderne conservatieven nog altijd gemeen met Edmund Burke, de zogenaamde aartsvader van het conservatisme. Men beweert vaak dat hij destijds, aan het einde van de 18e eeuw, de Franse Revolutie integraal verwierp. Maar dat klopt niet. Met de ontvoogding die gepaard ging met de revolutie, met het afscheid van de standenmaatschapppij, was Burke het volmondig eens. Hij was het niet eens met de utopie, die ertoe leidde dat iedereen die niet in die utopie paste, werd bestreden en uitgemoord. De samenleving kan niet worden herschapen op basis van een aantal theoretische principes, zij heeft haar eigen logica en ijzeren wetten. De geschiedenis heeft Burke wat dat betreft gelijk gegeven, onder meer met het failliet van het communisme en het fascisme, die ook een nieuwe mens wilden maken.

Ik vind het onthutsend dat Guy Verhofstadt nog altijd doet alsof hij het warm water heeft uitgevonden. Dat kan ik eigenlijk niet bevatten. Die man kan niet erkennen dat hij in die acht jaar dat hij premier was heel wat van zijn elan is kwijtgeraakt. Hij kent zijn beperkingen niet. Dit gezegd zijnde, ben ik slecht geplaatst om hoog van de toren te blazen. Je kunt als politicus nog zoveel over ideologie praten als je wil, zolang je niet verkozen raakt, sta je nergens. Ik kwam bij de gemeenteraadsverkiezingen in Lier 28 stemmen tekort. Dat is een les in nederigheid. Al lijkt het mij niet slecht dat je als politicus af en toe eens klappen krijgt, zodat je ambities een beetje redelijk blijven en je jezelf ook blijft relativeren.'

Knack

Tags:
Bookmark op del.icio.us Voeg toe aan Tagmos.nl Blink deze pagina